Hans de Boer, voorman van het grootbedrijf, roert zich. Zijn achterban ligt aan het staatssteuninfuus en wordt door ons allen met belastinggeld overeind gehouden. Maar dat maakt deze voorvechter van de vrije markt niet minder brutaal: er mogen geen eisen worden verbonden aan de publieke steun, en of de werknemers zich koest willen houden en willen inleveren.
Wat mij betreft is dit juist het moment om wél eisen te stellen. En dan bedoel ik niet het vriendelijke verzoek om geen bonussen meer uit te keren. Ik bedoel eisen die ons werkelijke zeggenschap over de economie geven. Alleen dan kunnen we bouwen aan een economie die voor ons allemaal werkt.
Het is de tweede keer in mijn leven dat ik bewust meemaak dat met grote sommen belastinggeld bedrijven overeind worden gehouden. De eerste keer, in 2008, was het al snel weer bussiness as usual. Het systeem werd gered. De samenleving bleef achter met een schuldenberg die naar gebruikelijk recept resulteerde in fikse bezuinigingen op de publieke sector. Het grootbedrijf ging snel weer over tot de orde van de dag. De zoektocht naar snelle private winsten ten koste van mens en aarde nam weer haar vlucht.
Niet voor niets roert Hans de Boer zich nu. Die realiseert zich heel goed dat dit het moment is waarop grote veranderingen kunnen worden afgedwongen. En juist dat wil hij met alle macht voorkomen. Een voorgenomen bonus intrekken, zoals bij KLM gebeurde, is tot daaraan toe. Dat was zoals De Boer in Het Financieele Dagblad zei ‘een foutje’. Morele verontwaardiging, snel intrekken, geest weer in de fles.
Maar wat het grootbedrijf echt vreest is dat die morele verontwaardiging overgaat in fundamentele eisen. Meer en werkelijke zeggenschap van werknemers over een bedrijf of nationalisatie van een bedrijf als KLM.
En het zijn juist die eisen die gesteld zouden moeten worden. Jarenlang is ons verteld dat de vrije markt efficiënt is. Dat democratische zeggenschap over de economie tot nul moest worden gereduceerd. Er is bij ons ingeprent dat er geen alternatief is voor het aandeelhouderskapitalisme. Nu dat systeem voor de tweede keer in korte tijd moet worden gered is er alle reden om daaraan te twijfelen en is het de hoogste tijd om aan de slag te gaan met alternatieven.
Als wij met zijn allen bedrijven overeind houden is zeggenschap toch niets teveel gevraagd? Dan is het toch helemaal niet zo gek om de democratie ook op de werkvloer te introduceren?
Democratie op de werkvloer is niet alleen een gerechtvaardigde eis, het heeft ook nog een aantal andere grote voordelen. Een werknemer is niet op zoek naar korte termijnwinsten. Nee, een werknemer heeft belang bij stabiel bedrijf met een goede toekomst. Dus geen desastreuze kapitaalonttrekkingen meer die gezonde ondernemingen op het spel zetten maar investeringen in een duurzame toekomst voor het bedrijf.
Uit onderzoek van Virginie Pérotin, hoogleraar Economie aan Leeds University Bussiness School, blijkt dat bedrijven die in handen zijn van de werkers beter bestand zijn tegen economische schokken en dat dus de werkgelegenheid stabieler is. Bovendien wordt er efficiënter gewerkt.
Het is nu niet meer dan redelijk om de eerste stappen in deze richting te zetten. Wie betaalt bepaalt, toch? Maar het is nu ook moment is om onze nutsvoorzieningen weer onder democratische controle te brengen. Om de werkgelegenheid daar op korte en lange termijn te garanderen maar ook om met zijn allen de keuzes te maken die niet ten koste gaan van onze aarde. Dan denk ik uiteraard aan de KLM maar ook aan onze energievoorziening, die rap moet verduurzamen maar ook betaalbaar moet blijven voor iedereen.
Wanneer je de democratisering van de economie combineert met de wederopbouw van een sterke publieke sector, dan investeer je in een stabielere economie. Maar ook een innovatievere economie. Want u bent wellicht gaan geloven dat de vrije markt innovaties aanjaagt. Die aanname is onjuist. De meeste innovaties zijn het gevolg van jaren publiek gefinancierd fundamenteel wetenschappelijk onderzoek waar het snelle geld zijn vingers niet aan wil branden. De vrije markt zet met haar patenten vaak juist een rem op vernieuwende oplossingen.
Hans de Boer heeft wat mij betreft niet zoveel te willen. Hij en zijn achterban zijn afhankelijk van ons: de mensen die het echte werk doen, in veel gevallen voor te weinig geld in onzekere banen. Wij hebben dus wat te willen. Laten we de eerste stappen zetten om een einde te maken aan de economie waarin de korte termijn winst van de enkeling centraal staat en de werknemer als wegwerpartikel wordt gebruikt. Nu is het moment om te werken aan een economie die van ons allen is. Een economie die niet in dienst staat van de grootverdienende vrienden van Hans de Boer maar van ons allemaal.
Beeld: Pixabay