Gisteravond laat werd bekend dat GroenLinks Tweede-Kamerlid Zihni Özdil zijn zetel heeft opgegeven nadat de rest van de GroenLinks-fractie zich tegen hem keerde, en daarmee uit de Kamer is gestapt. Aanleiding hiervoor was de aanvaring met partijleider Jesse Klaver rondom het leenstelsel.

Om het geheugen even op te frissen: Twee weken geleden trok Özdil in een interview met Trouw zijn steun voor het leenstelsel voor studenten in. Hij achtte het stelsel niet langer houdbaar en sprak van een ‘asociaal systeem’. Hij kreeg hiervoor veel steun en bijval – onder meer van GroenLinks-jongerenorganisatie Dwars – en uiteindelijk besloot ook de partij zelf, bij monde van Jesse Klaver, er afstand van te nemen.

Het was echter Klaver zelf die ooit zijn handtekening, samen met D66, de PvdA en de VVD, onder dit stelsel zette. Özdil had ook niet van tevoren aan Klaver aangegeven dat hij dit interview zou geven. Het is dan ook niet heel verbazingwekkend dat dit alles Klaver nogal rauw op zijn dak kwam vallen. Alleen, zo zou je denken, daar zou je als partijleider tegen moeten kunnen. Er zou ruimte moeten zijn voor openlijk debat binnen een partij, voor diverse stemmen, en voor afwijkende meningen. Zeker wanneer je als partij in de oppositie zit.

Niks bleek echter minder waar. De fractiediscipline eiste weer eens haar tol. En dat was niet voor het eerst, en GroenLinks is daar ook zeker niet uniek in. Maar de manier waarop GroenLinks in de communicatie naar leden Özdil wegzette verdient allesbehalve een schoonheidsprijs. Klaver sprak over Özdil als iemand die ‘keer op keer afspraken bleef schenden, de onderlinge vertrouwelijkheid schond en ontoelaatbaar gedrag vertoonde waardoor collega’s zich niet meer veilig voelden’. De wijze waarop Özdil zelf op zijn eigen Facebookpagina bekend maakte dat hij zijn Kamerzetel teruggaf aan de partij, stak daarbij behoorlijk beschaafder af.

Het vertrek van Özdil is een groot verlies. Niet alleen voor GroenLinks, maar voor de gehele Tweede Kamer. Özdil was, en is, een intellectueel. Een vrijdenker. Iemand die hart heeft voor de goede zaak, en die bereid is daarvoor te strijden. Ook als dit hem in botsing brengt met gevestigde machtsstructuren. In de woorden van GroenLinks in de communicatie naar haar eigen leden toe; ‘Zihni is een creatief denker, iemand met veel talent, maar als Kamerlid kwam hij in de knoop.’

Wanneer getalenteerde Kamerleden die creatief denken in de knoop komen met hun partij hebben we een probleem. Deze affaire zegt veel over GroenLinks, en over hoe sterk de organisatie van de partij in dienst staat van één man: partijleider Jesse Klaver. Maar het probleem is breder. Wanneer een goede politicus zijn fractieleider bekritiseert, zou dat niet tot een vertrouwensbreuk moeten leiden. Integendeel, juist in een democratie die haar meerstemmigheid koestert zou men een dergelijk Kamerlid juist dankbaar moeten zijn. In Nederland zien we echter de effecten van de toenemende dwang van de fractiediscipline steeds groter worden.

Kamerleden mogen volgens de Grondwet stemmen ‘zonder last of ruggespraak’. Niets is in de praktijk echter minder waar. De invloed van fractiediscipline en coalitiedwang zorgt ervoor dat maar weinig Kamerleden dit kunnen doen. Als Kamerlid dien je in de pas te lopen van de koers van jouw partij, die je partijleider, al dan niet in samenspraak met een meerderheid van de fractie, heeft ingezet. Hiervan afwijken is een doodzonde, net als er openlijk stelling tegen nemen, iets wat Özdil deed.

Politieke partijen realiseren zich echter onvoldoende dat de verscheidenheid van hun kiezers veel groter is dan uit hun enkele stem blijkt. Geen kiezer is het immers met alles dat in een verkiezingsprogramma staat eens. Je zou denken dat het van kracht getuigt wanneer dit onder Kamerleden van een partij zichtbaar is. In het verleden was dit ook daadwerkelijk het geval, toen kwam het voor dat er bij belangrijke debatten soms meerdere woordvoerders per fractie spraken, om de verschillen die binnen een fractie leefden te verwoorden. In de huidige politiek is dat ondenkbaar. De angst dat normale politieke meningsverschillen door de buitenwereld gezien worden als ‘interne ruzie’, de vrees dat het gezag van de partijleider wordt ondermijnd en – indien de partij in een regeringscoalitie zit – ook nog de schrik dat een afwijkende stem een coalitie haar meerderheid kan ontnemen, hebben ertoe geleid dat veel partijen liever grijze muizen die gepokt en gemazeld zijn door het partijapparaat in hun gelederen hebben dan vrijdenkers die zelf na durven denken, een eigen koers durven varen en dit ook naar buiten toe tonen.

Voor partijen is dit op korte termijn misschien fijn omdat het risicoloos is, voor de democratie is het op den duur funest. Binnen partijen bestaan altijd verschillende stromingen, en juist in de Kamer moet er ruimte zijn voor open debat. Niet alleen tussen partijen, maar ook binnen partijen, om zo uiting te kunnen geven aan de meerstemmigheid en diversiteit die onder de Nederlandse bevolking bestaat. Zihni Özdil was een Kamerlid dat hier zichtbaar gehoor aan gaf. En het werd uiteindelijk zijn ondergang. Met zijn vertrek is een verlies geleden. Niet alleen voor GroenLinks, maar voor de hele Kamer, en daarmee voor de Nederlandse democratie zelf.

Vrij Links lijn

Vrij Links is een meerstemmig platform. Tenzij anders vermeld, spreken auteurs op persoonlijke titel.