Voor mijn danslessen aan kids door heel Amsterdam maak ik veelvuldig gebruik van het openbaar vervoer. Zodoende bekijk ik de Twitterdiscussie #OVstaking. En dat is vrij logisch: iedereen die afhankelijk is van het OV, wil weten waar hij of zij aan toe is.
Zo volgde ik ook het kort geding dat zondag 26 mei diende: de luchthaven Schiphol vreesde voor megadrukte en chaos waardoor de veiligheid in gevaar zou kunnen komen. De rechter gaf Schiphol gelijk. De luchthaven moet bereikbaar blijven. De rest van het land mag plat.
In deze tijden zijn mensen mobieler dan ooit. Velen werken of volgen een opleiding ver buiten hun woonplaats en brengen dag in, dag uit een behoorlijke tijd in het OV door.
De druk op het OV is dan ook behoorlijk toegenomen. Alles moet sneller, de dienstuitvoering moet efficiënter, lijnen worden opgeheven, samengevoegd of ingekort, rijtijden zijn nog amper haalbaar. Uiteindelijk moet het rijdend personeel dit allemaal maar opvangen en blijken deze mensen de gebeten hond.
Een andere reden waarom ik de Twitterdiscussie belangstellend volg, is dat ik als oud-wagenbestuurder op de tram (1985-1998) bij het GVB het klappen van de zweep ken. Mijn GVB-periode was bijzonder fijn en leerzaam. De collegialiteit was groot en hier en daar ontstonden dan ook hechte vriendschappen of romances. Het interne verenigingsleven bloeide.
Wat mij na een paar jaar opviel, was dat ik amper oude collega’s zag. Slechts weinigen haalden hun pensioen. Op mijn vragen hoe dat kon, was het antwoord vrijwel altijd dat de wisselende diensten, de tijdsdruk, de constante spanning in het verkeer en de niet al té gezonde werkplek uiteindelijk hun tol gaan eisen.

Je zou denken dat er voor een dergelijk beroep een aparte pensioenregeling zou moeten gelden. Net zoals voor bijvoorbeeld politiepersoneel, de brandweer en andere beoefenaars van (zware) fysieke arbeid! Toch?
De stakers hebben in mijn visie dus groot gelijk, elke voorwaarde is onweerlegbaar. Tegenwoordig behoor ik zoals eerder vermeld tot de burgers die regelrecht worden getroffen door deze staking.
Door mijn werkzaamheden sta ik aan de andere kant. Gelukkig heb ik als zzp’er de mazzel dat ik mijn eigen werktijden kan indelen en dat mijn opdrachtgevers erg soepel zijn. Enkele danslessen mogen in de komende weken worden ingehaald.
Wat ik in mijn GVB-tijd nooit heb begrepen, is waarom rijdend personeel ging staken, wilde stakingen daarbij uitgezonderd. Deze zijn te begrijpen en hebben eerder te maken met een ingrijpende gebeurtenis op de dag zélf, dan met arbeidsomstandigheden of pensioenkwesties. Bij andere stakingen ging ik de discussie aan waarom er nooit publieksvriendelijke acties werden overwogen. Mijn verweer was dat de werkgever juist geraakt moet worden op de plek waar het meeste pijn zit: zijn inkomsten.
Nu is het aanbieden van gratis openbaar vervoer bij de wet verboden, maar het moet toch mogelijk zijn deels te staken? Ik bedoel, wel gaan rijden maar geen kaartcontrole uitvoeren en detectiepoortjes op blanco.
Van het publiek wordt solidariteit gevraagd en in vele tweets wordt daar ook gehoor aan gegeven. Maar omdat ik iemand ben van ‘er kan nog meer bij’ zouden de stakers, naar mijn idee, met publieksvriendelijker acties in welke vorm dan ook op nog méér sympathie en solidariteit kunnen rekenen.
Meer over de stakingen:
FNV: ‘Dinsdag gaat bijna heel het OV plat’
CNV: ‘In actie voor pensioenstelsel’
Foto: David Mark via Pixabay