De Druzen vormen een kleine religieuze minderheid binnen de islamitische wereld. In Syrië leven ongeveer 700.000 Druzen, voornamelijk in de zuidelijke provincie As-Suwayda. Na de val van het Assad-regime in 2024 ontstond er hoop op een nieuw, inclusief Syrië. Zelfs de nieuwe president Ahmad al-Sharaa (ook bekend als al-Jolani) kreeg de kans om zijn goede wil te bewijzen, ondanks dat hij voormalig leider was van de extremistische groeperingen Jabhat al-Nusra en Hay’at Tahrir al-Sham (HTS), die beide verbonden zijn aan Al-Qaida. In juli 2025 stuurde hij echter milities naar As-Suwayda onder het voorwendsel van “bescherming”, in strijd met eerdere afspraken. Grote delen van de provincie werden ingenomen, meer dan 1.300 ongewapende burgers werden gedood en ongeveer 176.000 mensen werden gedwongen hun huizen te ontvluchten. Tegelijkertijd uitten extremistische stemmen binnen de soennitische meerderheid openlijk hun vreugde over het doden van leden van de Druzische gemeenschap in As-Suwayda, wat de angst voor etnisch-religieuze zuiveringen aanwakkert.
Dagelijks ontvang ik video’s en foto’s uit As-Suwayda, uit de stad zelf en de omliggende dorpen: volledig verbrande huizen en gebouwen, en lichamen op straat. De overlevenden hebben niets meer dan de kleren die zij droegen op de dag dat zij moesten vluchten. Iedereen bevestigt dat al deze misdaden zijn gepleegd door Syrische milities die beweerden te komen om de inwoners te beschermen, terwijl zij in werkelijkheid alles verwoestten, huizen plunderden en mensen in koelen bloede vermoordden. Deze misdaden zijn bevestigd en gedocumenteerd door internationale organisaties.
Gisteren, op 10 augustus, werden op sociale media videobeelden verspreid van beveiligingscamera’s in het Nationaal Ziekenhuis van As-Suwayda. Ze tonen zonder enige twijfel een directe aanval op het medisch personeel door personen in Syrische militaire uniformen, samen met iemand in een uniform met het opschrift ‘Interne Veiligheidskrachten’. Zij intimideerden artsen en executeerden zonder enige reden een ongewapende medische vrijwilliger, Mohammed Bouhassas.
Voor mij en voor alle Druzen is dit enorm schokkend en pijnlijk. Wanneer ik deze beelden zie, voelt het alsof ik in een nachtmerrie zit; ik kan niet geloven dat het echt is. Elke nacht word ik meerdere keren in paniek wakker om te controleren of mijn ouders nog in orde zijn, of dat er geen nieuwe ramp is gebeurd. Ik kan niet altijd weten wat er precies op dat moment gaande is, want de meeste mediakanalen verspreiden nepnieuws. Ook de staatsmedia, die er alles aan doen om het imago van de regering te zuiveren, zelfs als dat betekent dat onschuldige mensen gedood worden. Het eerste wat ik ’s ochtends doe, is proberen mijn ouders te bellen om te zien of ze nog in orde zijn.
Niets kan het verdriet beschrijven dat we allemaal voelen. Vanmorgen vertelde mijn moeder mij dat het haar gelukt was wat bloem te bemachtigen. De vreugde in haar stem brak mijn hart. Moeten mijn bejaarde ouders nu in armoede leven en misschien zelfs verhongeren als er geen hulp wordt geboden en er geen internationale politieke druk wordt uitgeoefend? De provincie is volledig afgesloten en er komt nauwelijks voedsel binnen, laat staan medicijnen en medische hulp. Het Rode Kruis komt nu mondjesmaat het gebied binnen, maar helaas met veel te weinig voorraden om te voorzien in de basisbehoeften van alle inwoners van As-Suwayda. Er is ook een groot tekort aan olie en gas om de molens te laten draaien voor de broodproductie. Daarom ben ik erg bang dat dit zal uitmonden in een grote ramp voor de mensen in As-Suwayda, waaronder mijn ouders. Ik kan niet bevatten dat mijn ouders nu afhankelijk zijn van humanitaire hulp en niets zelf kunnen kopen.
Het is een enorme teleurstelling dat de meerderheid van het Syrische volk zich tegen de Druzen heeft gekeerd. We zijn altijd opgegroeid met het idee dat we één land zijn en elkaars religies en overtuigingen respecteren. Maar onze teleurstelling was groot toen we zagen dat de meeste soennieten blij waren met de moord op duizenden Druzen, en dit zelfs rechtvaardigden door te zeggen dat wij het verdienen omdat we “geen goede gelovigen” zijn en zelfs “verraders” in hun ogen. Ze weten niets van onze religie, en blijkbaar kunnen ze niet anders denken dan op deze manier: als je niet hetzelfde geloof hebt als de soennieten, verdien je het niet om te leven. Uiteraard zijn niet alle soennitische moslims zo, maar wat we de afgelopen weken hebben gezien, was gruwelijker dan we ons ooit hadden kunnen voorstellen.
De Druzen in Syrië worden al lange tijd gediscrimineerd. Mijn vader en andere Druzen konden bijvoorbeeld nooit hoge posities bereiken in de bedrijven waar zij werkten. Sommige gebieden in het land waren zelfs verboden terrein voor ons, alleen omdat we Druzen zijn. Mijn vader voelt zich nu zeer teleurgesteld en verdrietig omdat zijn voormalige (soennitische) vrienden hem sinds het begin van deze gebeurtenissen niet hebben gebeld of gecontacteerd, ondanks dat hij altijd zoveel heeft gedaan voor het land en voor de mensen. Wanneer hij vroeger op pad ging om boodschappen te doen, gaf mijn moeder hem geld mee. Vaak kwam hij na korte tijd terug zonder geld en zonder boodschappen, en niet lang daarna hoorden we dat hij het geld had gegeven aan een arm gezin of aan iemand die het nodig had voor het schoolgeld van zijn zoon of dochter. Daarom vindt mijn vader (en ik ook) het zo pijnlijk dat dezelfde mensen zich nu tegen hem hebben gekeerd en zelfs rechtvaardigen wat hem (en alle Druzen) nu overkomt. Mijn ouders hebben mij altijd opgevoed met het idee dat dit land ons toebehoort en dat we hard moeten werken om het beter te maken voor de toekomstige generaties. En nu voelt dit land plotseling niet meer als het zijne. Hij is hier diep verdrietig over, en het is enorm pijnlijk voor mij om mijn ouders zo te zien lijden.
De regering in Damascus zegt dat zij een commissie wil vormen om de misdaden in As-Suwayda te onderzoeken. Maar zij plegen deze misdaden zelf en willen deze vervolgens zelf onderzoeken – dat is een regelrechte farce. Ik vraag iedereen die dit artikel leest en denkt onze stem te kunnen laten horen aan invloedrijke partijen, om dat te doen.
Samir is Druzisch en woont in Nederland. Omdat hij inmiddels ook in Europa intimiderende opvattingen tegenover Druzen ziet, plaatsen we dit onder een gefingeerde naam. Echte naam bekend bij de redactie.