Het wordt een interessant jaar, waarin we weer gaan praten over waar links als politieke stroming voor staat. En niet alleen op deze site. Over enige maanden zullen opiniemakers in praatprogramma’s moeten verklaren hoe het toch kan dat in het kapitalistische Amerika de Democraten een socialist nomineren als presidentskandidaat en hoe – tegen de wetten van de identiteitspolitiek in – jonge mensen van allerlei afkomsten massaal op een oudere, witte man stemmen. 

Net als bij de nominatie van Trump in 2016 zal dit een enorme schokgolf teweegbrengen. Kwaliteitsmedia worden gemaakt voor en door een hoogopgeleide, stedelijke bubbel. Ze geloven zo sterk in het eigen intellectuele gelijk, dat ze veranderingen om zich heen niet opmerken. 

Je voelt het al aan: in dit stuk wil ik laten zien dat Bernard Sanders een zeer goede kans maakt om de presidentsverkiezingen in 2020 te winnen. Bekijk vooral ook een aantal van de videofragmenten achter de links. Expliciete parallellen met politieke ontwikkelingen in eigen land laat ik achterwege, maar het is niet moeilijk die te ontwaren. 

Het argument is eigenlijk best simpel. De economische ongelijkheid in de Verenigde Staten is dermate gegroeid dat het electoraat dat snakt naar radicale veranderingen, groter is dan de welvarende middenklasse en elite. Maar liefst 78 procent van de mensen leeft van salaris naar salaris. 87 miljoen mensen zijn onverzekerd of onderverzekerd.

Premies, eigen risico en bijbetalingen zijn zoveel hoger dan in Nederland dat per jaar 500.000 mensen persoonlijk faillissement moeten aanvragen, omdat ze hun medische kosten niet kunnen betalen. Ondertussen maakt de gezondheidssector per jaar 100 miljard winst. Ook zien mensen dat het argument voor prudent fiscaal beleid alleen maar wordt gebruikt in de context van sociale uitgaven. Voor oorlog en banken is er altijd geld, heel veel geld. 

Sanders wil de Democratische partij herijken in de traditie van Franklin Roosevelt, met een sterke verzorgingsstaat, die alle burgers een minimum aan economische rechten garandeert. En met een Democratische partij die een actieve rol voor de overheid opeist in de verduurzaming van de economie, een nieuwe groene deal. Een kruising tussen Joop den Uyl en Christine Lagarde. Hoe radicaal is dat! 

Voor de Democratische partijbonzen is Sanders echter bijzonder radicaal. Een in Bernie kringen veelgenoemd boek Listen liberal: whatever happened to the party of the people, laat zien hoe de Democraten zich sinds Bill Clinton zijn gaan richten op de succesvolle, hoogopgeleide, stedelijke klasse; ervan uitgaande dat de traditionele stemmers – arbeiders en Afro-Amerikanen – toch nergens anders terechtkunnen. 

In 1960 kozen bijna alle arme districten voor de Democraten. In de tussentijdse verkiezingen in 2018 vertegenwoordigden Democraten minder dan de helft van de armste districten. Aan de andere kant van het sociale spectrum stemt 83 procent van de rijkste districten nu op de Democraten. Op de sociale ladder zijn beide partijen van plaats gewisseld. 

Maar waar deze ‘derde weg’ Bill geen windeieren legde, bleek deze voor Hillary onvoldoende. Tekenend is haar uitspraak dat zij wel degelijk in alle productieve, innovatieve, vooruitstrevende delen van land heeft gewonnen. Kennelijk tellen voor deze stroming onder de Democraten alleen de welvarende groepen in de maatschappij.

Er gebeurde nog iets bij de tussentijdse verkiezingen in 2018. De protestcampagne van Sanders in de voorverkiezingen inspireert een beweging van lokale activisten zonder politieke connecties die enkel met donaties uit de gemeenschap de partijmachine uitdagen. En met succes. Dit zijn ook stedelijken, maar werkzaam onder meer in de horeca en als pakketbezorger. De bekendste exponent van deze beweging is Ocasio-Cortez. Luister hier waarom zij ‘haar tio’ Bernie steunt

Niemand wist hoe de invloed van lobbygeld op de politiek te bedwingen tot Sanders en door hem geïnspireerde nieuwe politici geld zijn gaan ophalen bij uitsluitend ‘gewone’ mensen. Deze strategie blijkt bijzonder efficiënt. Andere kandidaten moeten hun manier van fondsenwerving verantwoorden. Dat beperkt hen en legt hen onder een vergrootglas. Ze vissen grotendeels in dezelfde vijver en zijn dus sterk afhankelijk van trends. Fondsenwerving van kleine donaties onder een unieke, loyale, grote en groeiende groep daarentegen blijkt duurzaam succesvol. 

In het laatste kwartaal van 2019 haalde Sanders met 34,5 miljoen meer geld op dan enige Democratische kandidaat ooit in een voorverkiezing, in absolute dollars anderhalf maal zoveel als de andere kanshebbers. Qua aantal individuele donoren scoort Sanders een factor drie hoger dan de andere kandidaten. Dit is dus niet alleen een aardig verschil in geld voor staf en tv-spotjes. Dit betekent ook en vooral een enorm verschil in aantallen vrijwilligers die in de laatste weken deur aan deur gaan. Bernies campagne zal in bijna alle staten de strijd aangaan, terwijl andere kandidaten moeten kiezen waar zij hun geld en energie inzetten. 

Momenteel staat Bernie in de peilingen in de staten Iowa en New Hampshire aan kop, maar heeft hij in de eerste echte grote staat South Carolina als nummer twee een achterstand op Joe Biden van 10 tot 20 procent. 

Peilingen zijn echter niet zaligmakend. Het grootste probleem is dat hun methodes uitgaan van modellen van eerdere verkiezingen. Wanneer een kandidaat een grote, nieuwe groep kiezers weet te motiveren om te gaan stemmen, dan is dat niet zichtbaar in deze peilingen. Bernie is uitzonderlijk populair onder jonge mensen: 45 procent van potentiële kiezers jonger dan 30 jaar ziet hem als de beste kandidaat voor de Democraten. Een andere groep ‘nieuwe’ stemmers zijn mensen die de vorige verkiezing(en) niet hebben gestemd, bijvoorbeeld omdat ze het vertrouwen in de politiek verloren. 

Wat voor politicus kan die apathie doorbreken? Wellicht iemand die al vijftig jaar voor dezelfde idealen strijdt. Sanders is geen politicus die meebeweegt met de tijdsgeest. De tijd is eindelijk rijp voor zijn ideeën. Hij is iemand die samen met arbeiders en bonden loonsverhogingen heeft afgedwongen bij grote werkgevers als Disney, Walmart en Verizon. Het is geen verrassing dat juist deze bedrijven de meest voorkomende werkgevers zijn van donateurs aan Bernie. Zoals de immens populaire verpersoonlijking van de beweging Nina Turner zegt: ‘We hebben de bonnetjes.’

Het aantal kiezers vergroten, zegt Sanders, is allesbepalend. ‘Als je op verkiezingsavond de tv aanzet en de presentator zegt dat er een hoge opkomst is, dan winnen we. Als ze zeggen dat er een lage opkomst is, verliezen we. Zo simpel is het.’

Samenvattend, Sanders heeft het geld, de steun en de vrijwilligers om de nominatie binnen te slepen. Wat hij niet heeft, is de steun van ook maar een deel van de media en de partijbonzen. Deze groepen insiders lijken echter verdeeld. Er is niet echt één goede kandidaat voor hen. Zolang Joe Biden zich niet te veel hoeft te laten zien, lijkt hij vooral op basis van een nostalgie voor Obama de sterkste kandidaat.

Erg doordacht zou dat echter niet zijn. Biden is de laatste persoon die Trump kan aanspreken op corruptie. Hij stemde voor de handelsverdragen, die enorm veel banen hebben gekost in de traditionele industrieën, voor de Irak-oorlog, en voor de zogenoemde ‘crime bill’, die leidde tot een enorme toename van het aantal gevangenen, van wie er disproportioneel veel een Afro-Amerikaanse achtergrond hebben.

Trumps zwakke plek is niet zijn taalgebruik, racisme of zijn seksisme. Zijn achilleshiel wordt gevormd door de niet nagekomen beloftes: het verminderen van de invloed van geld in de politiek, de terugtrekking uit oorlogen en het stoppen van handelsverdragen. Laat Bernie nu de man zijn die al vijftig jaar actie voert tegen deze zaken.

Dit is het gesprek dat kinderen in de Verenigde Staten de komende maanden met hun ouders en grootouders gaan voeren. De uitkomst van die gesprekken is bijzonder interessant, zo niet uitermate betekenisvol voor de toekomst van hun bestaan. 

Sanders zal ruim moeten winnen, want het kiesmannensysteem geeft enige ruimte aan partijbonzen om het volk te corrigeren. Gezien de veelvoud aan kandidaten in de race zullen het spannende voorverkiezingen worden, waarin coalities de doorslag kunnen geven.

En tijdens dat alles zullen ook Nederlandse linkse politici en stemmers kleur moeten bekennen. Zijn zij echt voor een sociaal beleid en voor een ambitieuze aanpak van de klimaatverandering, of vinden zij wat draaien aan de radertjes van marktwerking wel afdoende? Dit gaat leuk en spannend worden. 

Foto door Vidar Nordli-Mathisen

Vrij Links lijn

Vrij Links is een meerstemmig platform. Tenzij anders vermeld, spreken auteurs op persoonlijke titel.