In mijn leven heb ik onder verschillende Iraakse machthebbers meerdere massamigraties ervaren, chemische aanvallen ontvlucht, operaties van Anfal meegemaakt en bombardementen ondergaan. In Turkije en Iran ondergaan Koerden sinds de vorige eeuw dezelfde tragische en traumatische ervaringen.

De Anfal Operatie, een reeks aanvallen van Saddam Hoessein’s leger op de Koerdische bevolking van Irak, is vernoemd naar de soera al-Anfal in de Koran, hoofdstuk 8, en de operaties zijn uitgevoerd door islamitische Arabieren. Daarom denken veel mensen dat de Koerden specifiek het slachtoffer zijn van de islam en moslims. Maar ver vóór de komst van de islam waren Koerden al slachtoffer van buitenstaande partijen. Het proces van de onderdrukking van de Koerden is altijd actief geweest en de machthebbers in Irak, Iran, Turkije en Syrië hebben na de Eerste Wereldoorlog ook herhaaldelijk agressieve acties tegen Koerden uitgevoerd.

Zo zijn Koerden al duizenden jaren in conflict met de machthebbers van de staten waar de Koerden in leven. Het ergste van deze conflicten waren de Anfal Operaties (1986–1989) waarbij 182.000 mensen verdwenen, het leven lieten, onterecht gevangen genomen werden of gedwongen verplaatst werden. De meest beruchte aanval op Koerdische burgers vond plaats in Zuid-Koerdistan, gelegen in Noord-Irak, tijdens het bewind van Saddam Hussein op 16 maart 1988. Het was een chemisch bombardement op Halabja waarbij bijna 5000 mensen om het leven kwamen en ongeveer 10.000 burgers gewond raakten. De herinneringen aan deze wreedheden zijn hebben diepe sporen achtergelaten in de psyche van deze generatie.

De Koerdische verantwoordelijkheid

Waar we vaak, en terecht, spreken over het slachtofferschap van Koerden ben ik geïnteresseerd in waarom de Koerden herhaaldelijk slachtoffer zijn. Dit is een weinig voorkomende onderzoeksvraag omdat onderzoekers die de Koerdische politieke situaties bestuderen de mogelijkheid niet hebben om de culturele en educatieve achtergrond of dieptestructuur van de Koerdische maatschappij van binnenuit te bestuderen. Hierdoor behandelen ze alleen de oppervlaktestructuur van de Koerdische maatschappij die maar onvoldoende kennis van gebeurtenissen teweeg brengt.

Ik veroordeel de misdaden van de machthebbers ten diepste. De weg naar vooruitgang hangt af van zowel de handelingen van de daders als de slachtoffers. Omdat ik me als slachtoffer verbonden voel met mijn landgenoten wil ik voorkomen dat Koerden opnieuw slachtoffer worden.

De relatie tussen slachtoffer en dader

Mensen gehoorzamen aan de wetten van de psychologie. Politici die politieke activiteiten leiden zijn ook mensen. Ze volgen en gebruiken zelf ook psychologische wetten om hun doelen te bereiken. Het politieke proces is dus niet logisch maar psychologisch. Gustave Le Bon zei al in zijn boek La psychologie politique dat verstand de wetenschap maakt, maar gevoelens en overtuigingen de geschiedenis leiden. De Anfal en bombardementen van Halabja zijn twee recente voorbeelden van Koerdische vervolging waardoor we de rol van het slachtoffer in zijn eigen slachtofferschap zullen begrijpen.

Eén tak van psychologie, victimologie, bestudeert en probeert te verklaren wat de oorzaken zijn van slachtofferschap. Ik gebruik de principes van victimologie om slachtofferschap van de Koerden psychologisch te verklaren. Victimologie bestudeert de rol van slachtoffers, de negatieve gevolgen van misdaden voor slachtoffers en de verschillende vormen van hulp die deze gevolgen beperken. Het werpt ook licht op de dader-slachtoffer-relatie door de context te bestuderen waarin de misdaden plaatsvinden. Bovendien toont victimologie enkele overlappende kwaliteiten van zowel daders als slachtoffers.

Het slachtoffer en de dader leiden beide aan angst, die altijd actief is en onbewust motiveert. Noch het slachtoffer, noch de dader zijn in staat om op gepaste wijze met anderen om te gaan. Ze kunnen geen strategische langetermijnplannen volgen. Bovendien beschouwen beiden zichzelf niet verantwoordelijk voor de gevolgen van hun acties. Het vreemdste is dat de dader zichzelf ook nog eens als slachtoffer van de samenleving beschouwt. Slachtoffer-dader-relaties ontstaan niet plotseling. Het zijn langdurige processen en culmineren in neurose en uiteindelijk tot persoonlijkheidsstoornissen. Het Koerdische volk zit in een eeuwen durend proces van slachtofferschap.[1]

Het collectieve Koerdische leed maakt hen fragiel

De Koerden hebben zichzelf altijd als slachtoffers beschouwd en leven mee met vorige generaties die hetzelfde lot hebben ondergaan. Dit collectieve bewustzijn, waarin de Koerden zichzelf altijd als slachtoffer voorstellen, maakt dat al het leed beschouwd wordt als iets wat hen overkomt en waar zij zelf geen verantwoordelijkheid in hebben.

Het schept ook een psychische toestand die hen altijd in de angst doet leven om opnieuw het slachtoffer te worden, vooral ten tijde van onzekere gebeurtenissen. Deze gevoelens maken hen fragiel en emotioneel.

Een recent voorbeeld van dit Koerdische impulsiviteit is de strijd in Syrië. De gehele wereld zag de strijdkracht en vastberadenheid van de Koerden toen ze zonder ondersteuning stand hielden tegen ISIS in Kobane. De VS besloot om deze strijders te ondersteunen en in te zetten voor haar eigen belangen in Syrië. De VS had huurlingen nodig en de Koerden dachten dat ze hun eigen staat aan het oprichten waren. Maar in Syrië is de onafhankelijkheid van Koerden nooit erkend. Koerden zijn nog niet wettelijk beschermd tegen het regime van Assad. Daarbij namen de Koerden de dreigementen van Turkije niet serieus. Ze dachten dat ze Turkije eigenhandig aan konden.

Toch hielden ze vol aan het ideaal van strijd. Als de bescherming van het volk topprioriteit was, en zij realistisch naar de situatie hadden gekeken, hadden de Koerdische leiders in Rojava vanaf het begin met Assad samengewerkt om deze ramp te vermijden. Uiteindelijk werden ze toch genoodzaakt om grond in te leveren. Nu zien we helaas dat de Koerden in Rojava, met al hun hopen en dromen, worden vergeten en vertrapt tussen het politieke spel van de VS, Rusland, Syrïe en Turkije. Dit thema is helaas een veel voorkomende gebeurtenis in de Koerdische geschiedenis.

Het Koerdische volk wordt misbruikt door haar leiders

Bovendien wordt het Koerdische volk soms door Koerdische leiders misbruikt voor hun eigen doelen en belangen. Deze angst en collectieve  empathie maakt hen extreem gevoelig voor Koerdische symboliek dat hun slachtofferschap benadrukt. Deze collectief onbewuste empathie jegens elkaar opent de Koerdische samenleving voor emotionele invloed en misbruik. Koerdische leiders zetten deze collectieve empathie echter in voor hun eigen politieke doelen. Koerdische leiders en hun ongepaste politieke gedrag heeft Koerden vaak geleid tot crisis met de heersers van de staten waar Koerden in leven.

Een voorbeeld van dit machtsmisbruik is de reactie van Jalal Talabani (PUK leider d. 2017) op de Halabja-bombardementen; die onthult zijn bereidheid om het Koerdische volk te misbruiken en te manipuleren voor zijn eigen doel. Zijn partij viel samen met Iraanse troepen Halabja binnen, ondanks de dreigementen vanuit de Iraakse regering. Toen Saddam Hussein dreigde met chemische aanvallen verhinderden zij de inwoners om te ontsnappen.

Een recenter voorbeeld is de oproep van Massoud Barzani (PDK leider) in september 2017 voor een referendum voor een onafhankelijke Koerdische staat. Hij veinsde empathie voor het Koerdische volk en vergrootte hun gevoelens van slachtofferschap. Hij toonde ook woede jegens de regering in Bagdad en beschreef hen als daders. Hij toonde empathie tijdens zijn toespraak: ‘Hebben jullie je niet verzadigd met het onderdrukken van de Koerden?’ Barzani had het gevoel van woede tegen de Arabieren opgewekt en het gevoel van slachtofferschap opgewonden om de Koerdische massa te mobiliseren voor zijn eigen belangen; zijn afnemende machtsbasis versterken. De hypocrisie van deze handeling ligt in het feit dat Barzani zelf samenwerkt met de huidige regering in Bagdad. Koerdische partijen zijn sterk vertegenwoordigd in het parlement, dus tegen wie spreekt hij precies als hij het heeft over ‘de regering in Bagdad’? Tenslotte hebben de Irakezen net zo goed geleden onder het regime van Saddam Hoessein.

Het effect van de geografie van Koerdistan

De natuurlijk bergachtige en geografische locatie van Koerdistan is een belangrijke factor. De bergachtige gebieden bieden strategische voordelen en maken guerrillatactieken mogelijk die een belangrijke motivator waren voor Koerdische troepen om wapens tegen vijanden op te nemen. Het was een gemakkelijk antwoord op de uitdagingen waarmee ze werden geconfronteerd. Dit weerhield hen ervan andere opties te bedenken. Tegen elke uitdaging waarmee ze  werden geconfronteerd, was hun antwoord om naar de bergen te vluchten. Het is een geaccepteerde waarheid in Koerdistan dat hun enige bondgenoten God en de bergen zijn. Hun perceptie van de berg als bastion beïnvloedde hun politieke gedrag en houding zodanig dat er geen andere mogelijkheden onderzocht werden.

Tenslotte is Koerdistan verdeeld over vier landen. Het is ook omgeven door hen die altijd in conflict zijn met elkaar. Meestal manipuleren ze Koerdische leiders voor hun belangen en aan het einde worden de Koerden de slachtoffers. Als de Koerden net zoveel intellectuelen hadden ontwikkeld als het aantal strijders zouden zij in plaats van te vechten met de Arabieren, Turken en Perzen hen hebben uitgedaagd door wetenschap en kennis.

Collectieve therapie

Koerden zijn eeuwenlang slachtoffer en hebben dit gevoel geïnternaliseerd. Daardoor leven ze in voortdurend angst om weer hetzelfde mee te maken. Deze angst maakt impulsief en reactionair en bemoeilijkt het langetermijnplannen kunnen maken. Bovendien heerst er een collectief onbewuste empathie vanwege het gedeelde leed. Dat maakt de Koerden vatbaar voor symboliek die hieraan refereert en hun leiders maken daar graag gebruik van om hun eigen belangen te behartigen. Tenslotte zijn de Koerden omgeven door bergen die guerrillaverzet heel aantrekkelijk maakten. Daardoor hebben zij geen andere manieren van collectief verzet ontwikkeld. De Koerdische helden zijn vechters, niet denkers.

De Koerden hebben, meer dan gewapend verzet, collectieve therapie nodig zodat zij op een andere manier naar het Koerdische politieke doel van een eigen staat toe te kunnen werken. De belangrijkste behandeling in dit verband, denk ik, is dat de Koerden zich bewust worden van hun situatie en bij elke reactie goed nadenken in plaats van impulsief te reageren met symbolische handelingen.

Beeld: Florence Didiot via Pixabay

[1]
Dijk, J. J., Sagel-Grande, I., & Toornvliet, L. G., Actuele criminologie, (Den Haag: Koninklijke Vermande (2002), 265.
Doerner, W. G., & Lab, S. P., Victimology, (London: Elsevier, 2012),
Staub, E. (1985). The Psychology of Perpetrators and Bystanders. Political Psychology, 6 (1), 61.

Vrij Links lijn

Vrij Links is een meerstemmig platform. Tenzij anders vermeld, spreken auteurs op persoonlijke titel.