In de serie De geschiedenis van de machtelozen gaat Vrij Links op zoek naar verhalen van gewone mensen die worden onderdrukt en die strijden voor hun vrijheid, gezondheid en rechten. In een tijd waarin het denken over macht en privilege doorgaans één kant op vloeit, willen wij laten zien dat mensen altijd en overal deze strijd hebben gevoerd, of dat geprobeerd hebben.

Soms begint die strijd al bij de geboorte. Dit is het verhaal van Mary, die opgroeide in een van de katholieke nonnenkloosters van het Ierland in de eerste helft van de 20e eeuw. “Ik wil een spijtbetuiging voor ik sterf,” zegt ze nu, ver in de tachtig. Mary’s verhaal is opgetekend door Sue Lloyd Roberts, die in De oorlog tegen vrouwen de onderdrukking van vrouwen over de hele wereld onderzocht.

Ierland, 1931. Een onbekende vrouw bevalt van een dochtertje. De moeder is ongetrouwd; het kind, het ‘bewijs van haar schande’, wordt onmiddellijk bij haar weggehaald en ondergebracht in een weeshuis geleid door nonnen. Zo kaal is het en het is onmogelijk om te schrijven dat ze werd ‘toevertrouwd aan de zorg van nonnen’. Want het woord ‘zorg’ heeft niets meer te maken met wat er decennia lang achter deze muren gebeurde.

Het meisje, dat de naam Mary krijgt, komt ter wereld in het dan straatarme Ierland. Het is ook een katholiek land: ongehuwde zwangerschap is een diepe zonde en een schande voor de hele familie. Er is geen sprake van dat een moeder haar kind zelf zou mogen opvoeden. De net bevallen moeders hebben zelf niets in te brengen; de baby wordt direct na de bevalling van hen weggenomen. Nooit weten de moeders waar hun kind is of hoe het met hen zal gaan.

De berooide overheid is allang blij dat nonnen en priesters deze kinderen van ongehuwde moeders in hun kloosters opnemen. En buiten de kloosters bekommert helemaal niemand zich om de kinderen – het zijn immers ‘hoerenjongen’.

Strafgevangenis met kerkbezoek

Het ‘weesmeisje’ – in werkelijkheid de bij haar moeder weggehaalde – Mary gaat enkele jaren naar de lagere school. Elke ochtend lopen de kinderen uit het klooster twee aan twee de school in, tien minuten nadat de bel is gegaan. En elke middag, tien minuten nadat de andere kinderen weg zijn, er weer uit. God verhoede dat ze met andere kinderen contact zouden hebben. De kinderen mogen niets anders kennen dan de muren van het klooster en wat de nonnen hen zeggen.

Op haar elfde wordt Mary van school gehaald en moet ze in het klooster elke ochtend de vloeren van de gangen schrobben, voordat ze de rest van de dag op de boerderij van de nonnen moet werken. Te traag werken of protesteren leidt tot een pak slaag met een zware leren riem.

Op een dag, Mary is dan 16, is ze zo hongerig dat ze een paar appels uit de boomgaard eet. De nonnen beslissen haar zwaar te straffen voor deze ‘diefstal’ en ze brengen haar over naar een klooster in Dublin, waar haar hoofd wordt kaalgeschoren en ze te werk gesteld wordt in de wasserij. Veertien jaar lang leeft ze opgesloten in een ‘klooster’ – lees: een strafgevangenis met kerkbezoek. Het is een leven van uitputtende dwangarbeid, met zware straffen voor elke vorm van ongehoorzaamheid.

Eén keer ontsnapt Mary, en zoekt ze hulp bij een pastoor. Die misbruikt haar, en laat haar door de politie weer terugbrengen naar de nonnen.

Ook Patricia Burke Brogan schreef over de wantoestanden in de kloosters. Ze citeert in haar boek Memoir with Grykes and Turloughs een argeloze bezoeker die de wasserij bezocht:

“Een oorverdovend lawaai … grote machines, waar sissende stoom uitkomt. Tralies tekenen zich af tegen de ramen van het plafond. De grijze muren zijn klam. Er hangt een stank van vuile kleding. De dampen van bleekmiddel slaan in mijn keel. Langzaam begin ik te zien dat de ruimte vol is met vrouwen. Oudere vrouwen, middelbare vrouwen en jonge meisjes lijken op te gaan in het grauwe grijs … ben ik in Dante’s Hel beland?”

Traumatisch ontwaken

Al die tijd dachten de Ieren – of wilden ze dat graag geloven – dat de nonnen ‘goed werk’ verrichtten, door zich te ‘ontfermen’ over deze arme weeskinderen. De werkelijkheid was een hard en traumatisch ontwaken voor het land.

Twee films, Mothers Against The Odds en The Magdalene Sisters, schokten in het begin van de 21e eeuw de kijkers en zorgen voor een dijkdoorbraak in de onthullingen van de gruwelijkheden die zich in de nonnenkloosters hadden afgespeeld. Jegens de kinderen en jegens de moeders. Zo was er de afschuwelijke praktijk van symfysiotomie – het breken van het bekken van de moeder – bij de bevalling, een medische misdaad dit voortkwam uit een diep-religieus fanatisme. Niet alleen de ongehuwde moeders, ook veel gehuwde vrouwen werd dit aangedaan.

Religieuze leiders in het katholieke Ierland hadden namelijk niet veel op met de keizersnede, omdat artsen adviseerden vrouwen na een derde keizersnede te steriliseren om gezondheidsschade te voorkómen.. De Kerk was bang dat dit ‘stiekem expres’ gebruikt zou worden als anticonceptie, waar de Kerk fel tegen was. Gelovige Ierse artsen bedachten daarom een alternatief voor keizersnede: als een vrouw niet langs de natuurlijke weg kon bevallen – dan brak de arts haar bekken met geweld. De moeders leden verschrikkelijke pijn en werden bovendien vaak voor het leven verminkt.

Vrouwen gaven geen enkele toestemming voor alles wat er werd gedaan. Ze hadden geen beslissingsrecht en geen stem. Ze hoorden elke dag van hun leven dat ze plichten en verantwoordelijkheden hadden, maar ze hadden geen rechten in een religieuze, patriarchale samenleving. Ongehuwde moeders zoals de moeder van Mary konden al helemaal geen kant op: alleen, zonder inkomen, verstoten door iedereen waren ze kansloos.

Kloosters rijk – over de ruggen van moeders en baby’s

In de afgelopen twintig jaar zijn steeds meer, vaak inmiddels oude, vrouwen in de openbaarheid getreden met hun verhalen. Onder zware druk van de publieke opinie liet de Ierse overheid een diepgaand onderzoek doen – dat echter werd geleid door een diepgelovige Rooms-katholieke senator. De Ierse media, Amnesty International en de VN maakten gehakt van het rapport. Getuigenissen waren onder het tapijt geveegd en men keek vooral naar officiële registers en verslagen van de instituties zelf. Het rapport goochelde met cijfers en was ronduit misleidend.

In 2014 wordt bij Tuam in Galway een massagraf ontdekt van 796 baby’s en kleine kinderen. Ze zijn tussen 1925 en 1960 in het Bon Secours ‘mother and baby home’ gestorven en naamloos bij elkaar onder het gras begraven. Ierland is opnieuw in shock.

Maar spijtbetuiging en een financiële harde aanpak van de schatrijke kloosterorden, die flink geld verdienden aan de dwangarbeid door de vrouwen, is nog steeds ‘in behandeling’. De nonnen ‘betreuren de eventuele pijn die ze misschien’ hebben veroorzaakt, maar verder niets. ‘The nuns won’t say anything, the nuns don’t pay anything,’ zeggen de boze Ieren.

“Alles wat ik wil, is een spijtbetuiging,” zegt Mary, als ze ver in de tachtig is. ‘Van de nonnen, de priesters, de overheid, de paus, wie dan ook. Ik wil een spijtbetuiging voor ik sterf.”

De oorlog tegen vrouwen
Sue Lloyd Roberts
288 pp., € 7,90

Op de grote foto het veld waar het massagraf bij het Bon Secours Mother and Baby Home werd ontdekt.
Fotograaf: Auguste Blanqui onder CC.

Vorige keer in de Geschiedenis van de Machtelozen:
In Roemenië is niemand dik, door Fabian van Hal. De jaren tachtig en de jeugd van Gabriela onder communistische dicatuur

Vrij Links lijn

Vrij Links is een meerstemmig platform. Tenzij anders vermeld, spreken auteurs op persoonlijke titel.